Dansende derwisjen in Istanboel.

Hodjapasha,Istanbul,Sultanahmet,Konya. Istanboel.Turkije.

Istanbul: originele wervelende derwisjceremonie. De Derwisjen van Istanbul. Dansende derwisjen.
Istanboel dansende derwisjen Turkije -DANSENDE DERWISJEN IN ISTANBUL. Dansende derwisjen in Hodjapasha. De Derwisjen van Istanbul.
Groep dansende derwisjen in Istanbul. Wervelende derwisjen show Istanbul (2023.2024.2025.2026 Gids met Tickets)

Een populaire toeristische attractie in Istanbul zijn de derwisjen. Deze bijzondere monniken hebben een bijzondere status binnen de islam. Zij laten door middel van immateriële zaken zoals dans en gedichten hun toewijding aan hun geloof zien. De Derwisjen hebben een gelofte van armoede afgelegd en wonen vaak samen in soefi-centra.

De dansende soefi’s of derwisjen zijn uitgegroeid tot een populaire toeristische trekpleister in Istanbul. Op meerdere plaatsen in de stad is het mogelijk om de dans die voor hun god wordt opgevoerd te bekijken. De twee bekendste plaatsen waar dit kan zijn het Sirkeci-station.Sultanahmet en in het Galata Mevlivi museum. Bij beide plaatsen moet je van te voren kaarten kopen.

In de schoot van dit soefisme ontstonden een aantal monnikenorden, onder de noemer van derwisjorden. Derwisj betekent ‘hij die de poort zoekt’, maar ook ‘behoeftige’, ‘bedelaar’ en wordt vaak pejoratief geïnterpreteerd en gebruikt, terwijl het in wezen slaat op de armoedegelofte. Deze orden zijn verspreid over de hele Arabische wereld, van Marokko tot Iran. De orden wonen in kloosters, tekke’s, of bestaan uit rondtrekkende bedelmonniken. Elke orde heeft een leider, een Sheyk. Eén van die ordes, Mevlevi genaamd, ontstond in de 13e eeuw in de stad Konya, Turkije. Zij droegen de naam van de stichter, Mevlana of Djamal-ud-Din-Rumi. Gedurende bijna zeven eeuwen hebben de Mevlevi zijn verlichtingsleer bewaard en verder gecultiveerd. Via het rond de eigen as dansen, de muziek en de schoonheid zoeken zij naar een contact met Allah, de almachtige.

In 1925 verbood Kemal Atatürk, de verlichte van de nieuwe republiek Turkije die zijn land in de westerse vaart der volkeren wou brengen, alle kloosterorden, liet alle tekke’s sluiten en scheidde kerk en staat. De Mevlevigingen ondergronds, naar de anonimiteit van miljoenenstad Istanbul en niet meer als celibataire monniken, maar als leken, getrouwd en met een beroep. Via de mondelinge overlevering van tekst en muziek voor de rite van de samâ, de dans, werd een belangrijk deel van deze erfenis bewaard. Vanaf 1950 werd de samâ oogluikend weer toegestaan; in Konya ontstond opnieuw een centrum voor de dans, maar dit diende veeleer om de toeristen het opgepoetste Turkse blazoen te showen. Niet voor niets werden er Mevlevi uit Istanbul aangezocht om de sama aan te leren. De Mevlevi-orde zelf bleef in Istanbul en zocht verder naar een reconstructie van hun bijna verloren gegane rituelen.

De lange smalle tapijten, één voor de Sheyk en één voor de dansers. Naast het kleine tapijt staan twee koperen kandelaars met dikke brandende kaarsen.

Links zitten de muzikanten, in twee groepjes : vooraan de zangers met percussie en daarachter vier instrumenten, de viersnarige viool, de rebab, twee ney (fluiten uit rozenhout) en een soort sitar (de bog, maar dan met korte hals). Ze zijn in zwarte lange mantels gehuld (symbool voor het graf), oud en gegroefd of jong. Allen getooid met dikke Turkse snorren. De lage molières die onder de zoom uit komen kijken verraden hun ‘gewoonheid’. Eens dat kleed uit zouden het Turkse boeren kunnen zijn, gastarbeiders, zoals er hier duizenden leven.

De ceremonie wikkelt zich in verschillende etappes af. Elke beweging, elke handeling heeft zijn betekenis en wordt met de grootste zorg uitgevoerd, zonder haast en zonder nadruk. Eén voor één begroeten de dansers de Sheyk en buigen ze richting Mekka, waarna ze weer aanschuiven bij de Sheyk die hen als het ware lanceert. Ze draaien van hem weg, nog met de handen op de eigen schouders en de armen voor de borst gekruist, alsof ze zichzelf vasthouden, bij elkaar houden. En langzaam ‘openen’ ze zich, het hoofd ietwat naar links geknikt, de armen op schouderhoogte gestrekt, de linker handpalm naar beneden, de rechter naar boven, geven en nemen. De zachtlederen, groene laarsjes, die, wanneer er niet gemusiceerd wordt een irriterend snerpend geluid maken. Elke danser pivoteert op zijn linkervoet (het Teren’ draaien zouden ze oefenen rond een in de grond gedreven spijker waarrond de tenen van de linkervoet houvast vinden.). Elk zijn stijl : sommigen hortend en hakkerig, anderen met een vanzelfsprekende soepelheid, de rokken die zeer breed en glad uitwaaieren of gegolfd, een beetje halfstok opbloezen. Ze draaien niet alleen rond de eigen as, maar ook in een grotere cirkel, tegen de wijzers van de klok in. Nergens gebeurt er een botsing, nergens hapert er iets, de geometrie van de binnenste en buitenste cirkel wordt nooit doorbroken. Na elke ‘draaisessie’ komen de dansers als vanzelf tot stilstand en hebben er geen enkele moeite mee zich te oriënteren. Sommigen blijven alleen, anderen staan dicht tegen elkaar aan. Niets verraadt dat zij net 10 of 15 minuten met gesloten ogen rond de eigen as gedraaid hebben. Ze blijven in zichzelf verzonken. Weer houden ze zichzelf vast.

Het hele ritueel, van begroeting tot dansen wordt vier maal herhaald, waarbij ze gedurende de laatste dans in één grote cirkel dansen, terwijl in het midden de kleine gnoom, de Sheyk traag rond zijn eigen as draait, met de wijzers van de klok mee. En dan is het voorbij. De dansers hullen zich weer in hun mantels, groeten het nu lege tapijtje waar de Sheyk op zat en verdwijnen. Leegte. Stilte en het aanzwellende geroezemoes van vertrekkende toeschouwers aan wie voor het eerst in hun leven gevraagd werd niet te applaudiseren na afloop, want het betrof hier geen voorstelling. Ik zit erbij en ik kijk ernaar en kan niet verder komen dan de indringende schoonheid van dit ritueel, dit gebeuren dat de tijd vertraagt, verzacht. Ik word gedwongen mijn wil tot begrijpen opzij te schuiven en de sensualiteit van deze dans in me op te nemen. De enige vraag die steeds terugkomt en niet beantwoord kan worden, is wat zij voelen, wat er gebeurt gedurende die lange minuten dat zij draaien.

Gezien te Brussel, Koninklijk Circus, op 17 juni 1990

Insider-gids voor de Whirling Derwisjen Show in Istanbul,Turkey , inclusief showdagen, waar tickets te kopen, wat te verwachten van uw bezoek. Geniet van een muzikaal repertoire met wervelende derwisjen, en volg de mystieke dans die de Istanbul.Istanboel.Turkije. Istanbul bewonderen in het Hodjepasha Cultureel Centrum.